
We hadden er een abonnement op met vier kleine kinderen in de kruip-, klim- en fietsfase:
In het weekend naar de EHBO-post met een
- vingertje dat vastzat in het stuur van een speelgoedtractor
- hoofdwond na een aanrijding tegen de hoek van het aquarium
- totaal ontveld enkeltje door de spaken van het achterwiel (achterop bij broerlief)
- gebroken sleutelbeen dankzij struikelpartij over een zwerfkei
- brandwond door carboleum (fles was fijn naast de kliko gezet door een van de buren)
- gewonde voet dankzij glasscherven in een slootje
En zo kan ik nog even doorgaan.
De artsen riepen al: “Ha, meneer van den Boogaardt, daar bent u weer.”
Dat daarbij heel wat tranen zijn gevloeid, spreekt vanzelf. Wat is het toch vreselijk om je kind te zien lijden. Als moeder zou je die pijn en dat verdriet zo van ze willen overnemen.
Gelukkig bleven de kwetsuren min of meer onschuldig en was het leed meestal snel geleden. Toch hebben we behoorlijk in de piepzak gezeten toen onze middelste zoon met een dubbele longontsteking in het ziekenhuis belandde. Hij was nog geen vier jaar oud. Als je hem zag vechten om lucht te krijgen, hield je zelf bijna je adem in. Manlief kreeg het er als astmapatiënt spontaan benauwd van. Het is gelukkig goed gekomen, maar je vergeet het nooit meer.
Toen onze dochter een peutertje was, viel ze tegen een stenen plantenpot en brak haar hoektand met wortel en al af. De arts durfde niet te garanderen dat er later nog een nieuwe tand zou groeien. Tanden waren niet zijn specialiteit. Ook dat kwam helemaal goed, al heeft die tand wel heel lang op zich laten wachten.
Onze jongste was de grootste brokkenpiloot. Hij zag geen gevaar en was een echte waaghals. Hij klom in zijn zwembroek een boom in, een tak brak af en hij viel langs doornige punten naar beneden. Van boven tot onder bekrast en opengehaald. Dat was op vakantie in Frankrijk.
Je tobt wat af als ouders. Het aantal uren dat wij in een wachtkamer hebben doorgebracht is niet meer te tellen.
Zo kan ik die ruimte bij de orthodontist nog dromen. Die man liep helemaal binnen dankzij onze klandizie. Nooit een bedankbrief gehad. Flauw hoor.
Nare ruimtes zijn het. Vooral wanneer je ernstig ziek bent en dagelijks moet opdraven voor je dosis straaltjes. Je ziet dezelfde mensen in allerlei stadia van hun ziekte en hoopt dat het met jou nooit zover zal komen. En waarschijnlijk kijken ze net zo medelijdend naar jou.
Door de vereiste woorden van deze schrijfopdracht ben ik eigenlijk automatisch in het medische circuit beland. Ik zocht wat associaties en kwam met die waterlanders en ivoren wachters telkens op hetzelfde thema terug. Meestal probeer ik het luchtig te houden en de lezers een glimlach te ontlokken. Hoe ga ik dat in deze laatste zinnen doen? Ach, ik eindig gewoon met een Bulgaars gezegde: “De natuur, tijd en geduld zijn de drie beste dokters.” Dat is een waarheid als een koe.
In deze schrijfopdracht moeten de 5 onderstreepte woorden worden gebruikt in even zoveel alinea’s met een maximum van 500 woorden.