Den Haag, oktober 1973.
Ze waren collega’s. De vrijgezelle H (35), de getrouwde P (28) en het meisje M (18). Na een saai afdelingsetentje gingen ze voor een afzakkertje naar het huis van P en zijn vrouw. Daar werd het gezellig en vlogen de plagerijtjes en ondeugende opmerkingen over en weer. Rond middernacht beloofde H het meisje bij een taxistandplaats af te zetten. Ze opperde dat de taxi toch per telefoon besteld kon worden, maar dat werd weggewuifd na een blik van verstandhouding tussen H en P. Hij ging lopend naar huis en kwam er toch langs.
Buiten stak hij zijn arm door de hare en ze vertrokken enigszins slingerend in een (voor haar) onbekende richting. Na een kwartiertje vroeg ze hem bezorgd, hoever het nog was. Het voelde niet goed; de whisky had hem veranderd in een vreemde.
Ze ging eerst toch nog wel even met hem mee naar huis? Nee, dat was ze beslist niet van plan. Ze wilde een taxi. Ze was moe en bang. Dat was nou jammer, vond hij. Dan moest het maar op zijn manier. Hij had een mes en ze kon maar beter rustig met hem meegaan. Ze raakte in paniek en zocht naar vluchtmogelijkheden. De straten waren uitgestorven. In de huizen brandde geen licht meer. Ze zou kunnen roepen of aanbellen, maar hoe lang zou het duren voordat er hulp kwam? Zijn mes zou sneller zijn.
Nerveus piekerend besloot ze voorlopig net te doen alsof ze zich bij de situatie had neergelegd. Hij ontspande zichtbaar en begon uit te leggen hoe gezellig ze het straks zouden hebben. Hij had alleen maar goede bedoelingen en was gewoon een beetje eenzaam. Hij woonde boven een bar en ze mocht straks iets lekkers te drinken bestellen. Hij zou het dan bij haar boven brengen.
Hij hield haar nog steeds stevig vast en zo bereikten ze zijn huis. De deur naar de bovenverdiepingen bevond zich direct naast de ingang van de bar. Ze passeerden een schuifdeur op de eerste etage en hij legde uit dat de eigenaar van de bar daar woonde. Nog een trap hoger bereikten ze zijn piepkleine kamertje. Hij hielp haar uit haar jas en vroeg wat ze wilde drinken. Martini on the rocks? Prima. Ga maar lekker op het bed zitten, dan ben ik zo weer bij je.
Ze wachtte tot ze hem de eerste trap hoorde afdalen en deed haar jas aan. Even later hoorde ze de bargeluiden aanzwellen. Ze pakte haar tas en sloop zachtjes de trap af en klopte op de schuifdeur op de eerste verdieping. Geen gehoor. Ze voelde aan de deur en hij gleed soepel open. Heel zachtjes sloot ze de deur achter zich. Wat nu?
Ze hoorde zijn voetstappen op de trap. Hij kwam naar boven met de drankjes. Als hij zag dat ze weg was, zou hij haar dan hier zoeken? Ze zocht een schuilplaats. Daar, onder het bed, dat was haar enige kans. Met bonkend hart rolde ze zichzelf over het tapijt naar het midden van het tweepersoonsbed en wachtte ……… Ze hoorde hem woedend schelden en tegen meubilair trappen. Even later kwam hij de 2 trappen af en verdween in de bar. Ze wachtte ….. en moest ontzettend nodig naar de wc. Hij kwam nogmaals voorbij, stopte heel even op de eerste etage en vervolgde zijn weg naar boven.
Dat was het moment waarop ze haar kans greep. Onder het bed vandaan, zachtjes door de schuifdeur, de trap af en de bar in. Compleet over haar toeren vroeg ze de barkeeper om een taxi te bestellen. Ze was ontsnapt. Waar is het toilet? Wilt u H alsjeblieft tegenhouden. Was ze nu veilig?
Het leek een eeuwigheid te duren voordat de taxi arriveerde. Ze vloog de chauffeur bijna in de armen. Naar huis alstublieft. Tijdens de rit van drie kwartier hervond ze zichzelf. Ze rekende af (25 gulden) en bedankte hem nogmaals hartelijk. Rond half 3 opende ze zachtjes de voordeur, sloop naar boven en huilde zichzelf in slaap.
Ze vertelde niets tegen haar ouders. De volgende maandag ging ze met dichtgeknepen keel naar haar werk. H had zich ziek gemeld. P vond haar hysterische verslag overdreven en trok partij voor H. Het trauma werd nooit helemaal verwerkt.
P overleed in 1984 en H in 2007. Mag ze het nu publiceren?